Kluskledinguitje

Ik sta voor een belangrijke beslissing. In mijn hand een flets afgesleten spijkerbroek. Dit was ooit mijn beste exemplaar. Ik droeg hem zelfs tijdens het geven van trainingen en presentaties. Tot voor kort nog goed genoeg voor gebruik in het weekend en tijdens bruin cafébezoek. Het keuzemoment overvalt me, maar ik moet over zijn levenslot beslissen. ‘Sorry jongen, maar je wordt vandaag officieel mijn nieuwe klusbroek.’ Ik ga schilderen.

Het dragen van kluskleding maakt me erg gelukkig. Er is geen beter excuus om onelegant in mijn meest comfortabele broek en trui over straat te mogen lopen. Ik geniet van mijn eigen gedachte dat vrouwen kunnen denken dat ik een handige klusjesman ben. Zo van: ‘Wat lijkt me dat heerlijk als je je eigen badkamer en zolder kunt verbouwen. Ik wou dat ik zo’n kerel had.’ Het is een wonder wat een paar verfklodders met je beleving kunnen doen. Dit besef opent hele nieuwe mogelijkheden voor me. Nu moet ik toevallig echt klussen, maar niets belet mij om gewoon een dagje uit te plannen in mijn kluskleding.

In mijn oude spijkerbroek en met witte hoogglans besmeurde fleecetrui stap ik ontspannen een café binnen. Ik leg mijn meetlint naast mijn met verf bespatte vingers op de bar. "Een espresso graag!" Ik mag hier niet te lang blijven. Niemand houdt van een klusser die te lang pauze neemt terwijl zijn maten doorploeteren. Het liefste plan ik zo’n dag uit met een vriend, dan kun je minstens twee consumpties nemen per etablissement. 

Het enige dat ik vrees tijdens een kluskledinguitje is dat er in de horecagelegenheid waarin ik mij bevind spontaan een vloeistofleiding springt. "Is er een klusjesman in de zaal?!" horen de gasten paniekerig uit de keuken klinken. "Jazeker," zegt iemand. "Volgens mij die man die net haastig zijn geld op de bar heeft gelegd en nu met één arm in de mouw van zijn klusjas door de deuropening naar buiten snelt."

Enjoy now,
Miro